Markante Verhalen

De vroegere behuizingen van RSC en RVSV

De vroegere huisvestingen van RSC en RVSV

Door Norman Schreiner (1962)

In de jaren tien en twintig van de vorige eeuw bleek het zoeken naar passende huisvesting voor zowel het RSC als de RVSV niet zonder horten en stoten te verlopen. Deze eerste jaren kenmerkten zich door veelvuldige wisselingen van het ene naar het andere onderkomen.

 

Op 21 november 1913 - bijna twee weken nadat op 8 november 1913 de toenmalige Nederlandsche Handels-Hoogeschool (NHH) voor het eerst de deuren opent - neemt een aantal studenten het initiatief tot oprichting van de Rotterdamsche Studenten Sociëteit. Gekozen wordt voor de naam Walhalla. De bijeenkomsten vinden plaats in een van de zaaltjes van het toenmalige Hotel Coomans, gelegen in de toenmalige Hoofdsteeg no.12 (in de buurt van de huidige Blaak). In het besef dat bij een sociëteit tevens een vereniging hoort, circuleert onder de sociëteitsleden een lijst waarop 27 leden voor deze wens hun handtekening plaatsen. Dit resulteert op 11 december 1913 in de oprichting van het Rotterdamsch Studenten Corps (RSC). In februari 1914 wordt in dat hotel het allereerste Corpsdiner gehouden.

De leden ervaren dat gezelligheid significant toeneemt naarmate het avonduur vordert. Maar de Coomans-hotelier huldigt over een fatsoenlijke sluitingstijd een andere opvatting dan die gekoesterd door de leden. Het verblijf in Hotel Coomans blijkt geen succes. Per 25 september 1914 krijgt de Sociëteit de beschikking over een paar vertrekken in de Deutsche Verein aan de Witte de Withstraat. Ook dit verblijf duurt niet lang vanwege een studentengrap met een borstbeeld van de toenmalige Keizer Wilhelm II dat prijkt in de hal van het gebouw.

Vanaf 4 oktober 1914 verkeren de RSC-leden zonder huisvesting en zijn vooralsnog gedoemd tot een dolend bestaan. Zo krijgen zij vanaf 17 oktober 1914 gedurende een of twee avonden in de week de beschikking over de bovenzaal van een bierkroeg, de Löwenbrau in de Hoogstraat. Restaurant Fürstenberg bezoeken zij voor gemeenschappelijke diners. In Le Commerce beschikken zij ook korte tijd over een stamtafel..

Gelukkigerwijs betrekt het RSC op 30 november 1914 de tweede en derde verdieping van een pand aan de Coolsingel 9-b. Maar bijna vier jaar later, op 11 oktober 1918, beschikt het RSC eindelijk over een eigen pand met vier verdiepingen aan de Eendrachtsweg 35.  De naam van de sociëteit verandert naar Sociëteit Hermes. De sociëteitsruimte bevindt zich op de begane grond. Op de eerste verdieping een fraai gedecoreerde eetzaal waar ’s avonds een sterk gesubsidieerde mensamaaltijd is te verkrijgen. Deze mensa is ook toegankelijk voor niet-leden. De NHH is inmiddels eveneens verhuisd naar de Pieter de Hoochweg.

Intussen, op 12 februari 1916, vindt de officiële oprichting van de Rotterdamsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging (RVSV) plaats. De vereniging telt slechts weinig leden, aangezien het aantal vrouwelijke studenten aan de NHH dan nog zeer laag is. In het eerste jaar komen de leden bijeen in het ouderlijk huis van praeses Jenny Catz (1915) (zie levensbeschrijving) op Nieuwe Binnenweg 176, dat hiermee fungeert als eerste officieuze onderkomen. De negen eerste leden huren vervolgens een kamer aan de Diergaardesingel 12b. De eerste RVSV-clubruimte is een feit. Doordat in die tijd (Eerste Wereldoorlog) uiterst sober wordt geleefd, duurt dit niet lang, want de club komt al gauw in de financiële problemen. De kamer aan de Diergaardesingel wordt daarom eind 1915 verlaten.

In de jaren erna - tot 1922 - bivakkeren de dames achtereenvolgens op verschillende voor dat doel gehuurde kamers, waaronder er een - in de buurt van het station Delfsche Poort - schilderachtig is gelegen boven een korsettenwinkel. Er wordt zelfs een verhuiscommissie in het leven geroepen die steeds verantwoordelijk is voor het soepel laten verlopen van de overgang van de ene naar de andere locatie. Gedurende een korte periode wordt ook een permanente kamer aan de 's Gravendijkwal gehuurd, zonder verwarming en zonder culinaire faciliteiten.

Na aanvankelijk wisselende tijdelijke behuizingen, betrekt de RVSV op 24 oktober 1922 een eigen pand aan de Heemraadssingel 329-b, gelegen op korte afstand van de NHH aan de Pieter de Hoochweg. De eigenlijke clubruimte, met de naam Mimosa, bestaat uit twee gelijkvloerse, ineenlopende kamers. De bovendieping bevat kamers voor bewoning door leden. Haagse RVSV’sters kunnen daar ook soms logeren. De dames kunnen daar desgewenst twee keer per dag eten.

Niet onvermeld mag zijn dat de financiering van deze permanente gebouwen voor zowel het RSC als de RVSV mogelijk werd gemaakt dankzij schenkingen van de toenmalige bekende Rotterdamse ondernemer A.G. Kröller. [Zie zijn biografie] o

Het sociëteitsgebouw van het RSC aan de Eendrachtsweg 35 overleeft het Duitse bombardement op 14 mei 1940. Zo ook het clubgebouw van de RVSV aan de Heemraadssingel 329-b. Wegens een in de ogen van de bezetter onwelvoeglijk versje van het redactielid Heinz Polzer (1939) (de latere drs.P) in het Corpsblad worden Sociëteit en RSC in het voorjaar 1941 door de Duitse bezetter betiteld als “deutschfeindlich” en opgeheven. Ook word daarna de RVSV opgeheven. RSC-leden zetten hun bijeenkomsten tijdens de verdere oorlogsperiode heimelijk voort in Bierhandel De Pijp in de Gaffelstraat. Na de bevrijding betrekken RSC en RVSV weer hun respectieve sociëteitsgebouwen.

Eind zestiger jaren besluit de Erasmus Universiteit te verhuizen van de Pieter de Hoochweg naar een grootscheeps nieuwbouwcomplex op Woudestein in Kralingen. Reden waarom zowel RSC als RVSV eveneens besluiten te verhuizen naar dit stadsdeel. Het RSC besluit tot nieuwbouw en betrekt op 4 juli 1969 zijn huidige pand aan de Robert Baeldestraat 55.  Zo betrekt de RVSV al op 3 juli 1967 een nieuw onderkomen op Avenue Concordia 80. Maar na een kortstondig verblijf aan de Avenue neemt op 23 maart 1973 de RVSV eveneens haar intrek in hetzelfde pand als dat van het RSC, in afzonderlijke ruimten.

Op 1 augustus 2017  besluiten beide verenigingen voortaan officieel samen te gaan als gefuseerde vereniging RSC-RVSV. Sociëteit Hermes en Sociëteit Mimosa worden samengevoegd en alle ruimten worden gedeeld. De gezamenlijke naam is voortaan Sociëteit Walhalla.


COLUMN: Koekhappen
21okt

COLUMN: Koekhappen

  Door Norman Schreiner (1962)   Doet u tegenwoordig nog steeds aan koekhappen? Of liever gezegd, cookies-happen, wel te verstaan? U...

Hoe vierden wij Lustrum 100 jaar geleden?
22sep

Hoe vierden wij Lustrum 100 jaar geleden?

Samenstelling: Norman Schreiner (1962) Met het 22e Lustrum in het vizier zijn wij nieuwsgierig naar de aard van de RSC-lustrumviering...

Reacties

Log in om de reacties te lezen en te plaatsen