Markante Verhalen

'Tot over vijf jaar'- Verslag Oud-Ledendag Lustrum 2024

Feestelijk Fier is voorbij, maar de euforische herinnering blijft

Door Nicoline Maters-Maarschalk Meijer (1970) en Norman Schreiner (1962)


Om half negen ’s ochtends een stampvolle zaal in een studentensociëteit? Dat kan niet waar zijn. Omwonenden die de hond uitlaten kijken raar op. Bij Sociëteit Walhalla lopen niet alleen jongelui, maar ook middelbare en seniore dames en heren in- en uit. Terwijl binnen jonge functionarissen zich aan een lange tafel tegoed doen aan zeebanket en godendrank uit ontkurkte flessen, begroeten buiten op het terras ouderen elkaar uitbundig. In de volle ochtendzon klinken vreugdevolle kreten van herkenning op. Hé, hoe gaat het met jóú? Lang niet gezien! Geen steek veranderd! Spontane abrazos. De draad van het gesprek van tig jaren geleden wordt weer snel opgepikt, alsof je uit een tijdmachine bent gestapt. Een voorbijganger helpt een reüniste met rollator de lange trap naar de Sociëteit op. Is er geen lift voor minder mobiele gasten, vraagt hij zich hardop af. Het ziet er immers ‘grijs’ van de ouderen. ‘Goed project voor een volgend lustrum,’ lacht de reüniste terwijl ze koers zet naar oude bekenden.

Druk keuvelend dalen de ouderen na de koffie de trappen af. Met grote voorzichtigheid, want die trap, in de jaren zestig opgebouwd met hoge kwaliteit leisteen, wil bij vochtig weer nog wel eens goed glibberen. En tenslotte zijn we ook geen twintig meer, toch?

Beneden, tegen de gevel voor de Sociëteit, staan kartonnen borden gereed, met daarop de aanduiding van aankomstjaren. Handgeschreven, hoe is dit nog mogelijk in deze tijd? Na enig zoeken, wuiven en roepen kan de menigte oud-leden zich groeperen achter het kartonnen bord van hun aankomstjaar. Ginds op de Robert Baeldestraat komt een imposante rij koetsen in zicht. De statige trekpaarden dragen oogkleppen. Waar is Marcroix?, vraagt iemand. De Senaat en de Lustrumcommissie bestijgen de voorste koets. De tweede en derde zijn gereserveerd voor ereleden m/v. Minder mobiele oud-leden. ‘buitenlandse’ senaten en besturen hijsen zich in de overige koetsen. De oudst aanwezige - begin negentig – geniet uitbundig, evenals de anderen.

Rond 9.30 uur zet de spectaculaire optocht zich in beweging richting Erasmus Universiteit. Via de nijvere winkelstraat en de mooie Kralingse lanen denderen de koetsen voort, ademloos gadegeslagen door nieuwsgierige burgers. Betreft het hier een protestmars? Een huldigingsprocessie voor een olympische topper? Een bruiloft van een gevierde BN’er? Nee, het zijn studenten en oud-studenten op weg naar hun Alma Mater. Naar de campus waar de jongeren thans academisch onderwijs genieten en ouderen vol nostalgie teruggaan naar de plek die velen achter zich hadden gelaten op die gewichtige dag dat zij de examenkamer met bul in de hand verlieten. Erasmus revisited. Dat was toen in één klap einde studententijd. Toch wel even slikken. De  plotselinge transformatie van joviaal student naar oppassend burger was een feit.

Aangekomen op de campus valt de stoet uiteen in uitvoerig reünistisch keuvelende groepjes wandelgenoten. Men neemt plaats in de aula, bij voorkeur naast ouwe vriendjes en vriendinnetjes. Even ontstaat verwarring: de historische cortège van Senaat, Lustrumcommissie, Ereleden en genodigde buitenlandse besturen moet nu volgens protocol worden geformeerd, maar de protocollaire opstelling heeft  het  draaiboek niet gehaald. Nog net op tijd worden de twee oudsten, die de stoet ereleden horen aan te voeren, uit de menigte naar voren geroepen. In de rest van de stoet is de gebruikelijke anciënniteit niet meer te herstellen. Een nog te benoemen erelid wordt zelfs door een van de dames-ereleden de stoet ingetrokken in plaats van – voor aanvang van de cortège – naar zijn plaats op de eerste rij te zijn geleid.

De chaos mag de pret niet drukken. Zodra de stoet zich in beweging heeft gezet schrijdt, als altijd, de lange cortège opgeluisterd met imposante vaandels van Senaat, Lustrumcommissie en van andere senaten en studentenverenigingen plechtig voort over het middenpad onder luid gezang van een bomvolle aula. Gloedvolle toespraken van Mijnheer de Rector van RSC-RVSV Philippe Bouvy (2019), Mevrouw de President van de Lustrumcommissie Jasmijn Brants (2019), de vicevoorzitter van het College van Bestuur van de EUR mevrouw dr. Ellen van Schoten, de voorzitter van onze oud-ledenvereniging Joost Buck (2008), en, als gastspreker, internationaal fiscaal-juridisch zwaargewicht Staatsraad en (o.m.) EUR-professor belastingrecht mevrouw prof. dr. Sigrid Hemels. In haar boeiende, inhoudelijke toespraak herinnert zij de aanwezigen er stilzwijgend aan dat in dit huis academisch denkniveau de norm is.

Hemels staat haar microfoon af aan de andere gastspreker, oud-lid en Eerste Kamervoorzitter Jan Anthonie Bruijn (1977). Ook geen kleine jongen. Hij oogst luide lachsalvo’s met zijn ludieke maar zeker niet kritiekloze visie op onze samenleving om als professioneel entertainer zijn hilarische act achter de piano te beëindigen. Mijnheer de Rector installeert de drie nieuwe ereleden: prof.dr. Huibert Pols (eveneens een begenadigd spreker), oud-lid drs. Sheila Struyck (1983) en oud-lid drs. Allard Castelein (1977) die zich gelukkig op tijd heeft kunnen losmaken van de cortège waarin hij verstrikt raakte om op zijn voor ereleden in spé gereserveerde plaats te gaan zitten. Als alle bloemen aan de ereleden zijn uitgereikt, verklaart Mijnheer de Rector het 22e Lustrum officieel voor geopend. Een daverende oud-ledendag kan beginnen! De aula stroomt leeg terwijl gul flesjes Flügel worden uitgedeeld. De lange rij opgetogen dames en heren zet fier koers naar de boten waar de bar is geopend en een immense hoeveelheid broodjes staat uitgestald.

De aanschaf van digitale consumptiemuntjes veroorzaakt onrust onder een groep ‘oude’ (dorstige) oud-leden, die structureel vastlopen in het hypermoderne, bijzonder klantvriendelijke digitale betalingssysteem. Terwijl de enthousiaste ontwikkelaar daarvan (speciaal aanwezig om digibeten de helpende hand te bieden) juist vastloopt op het ongeduld van deze wat autoritaire feestgangers die op hoge toon aangeven met een credit card te willen betalen (wat onmogelijk is). Lachende derde is degene die in de verwarring kans zag een overdaad aan onbenutte digitale munten te verkopen aan lustrumvierders die meenden dat het saldo ook geldig zou zijn op het lustrum terrein. Enfin, een onverwachte donatie is natuurlijk altijd welkom!

Aan iedere bootreis komt een eind en de opwinding wordt dan ook verplaatst van het zonovergoten scheepsdek naar de lange rijen in de schaduw waar mopperende feestvierders op toegang tot het uitgestrekte lustrumterrein moeten wachten. Spekkopers zijn hier de bewegingsbeperkten die van een aparte ingang gebruik mogen maken en joelend van de pret, omringd door zoveel mogelijk ‘begeleiders’, met hun krukken, invalidewagens en rollators lange neuzen naar de wachtenden trekken!

Eenmaal binnen is het reusachtige aanbod van standjes, bars, visstallen en attracties overweldigend. Evenals overigens de rijen voor de wc’s. Het bier op de boot heeft duidelijk zijn werk gedaan. Wie eindelijk opgelucht de sanitaire voorzieningen verlaat is helaas wel zijn vrienden kwijt in de multi-duizendkoppige menigte van man/vrouw die gaandeweg steeds uitgelatener raakt. Het is een feestgedruis van jewelste. Vanuit de nog lege danszalen komt voorzichtig de muziek op gang, in de naastgelegen bars en biertapperijen strijden de exploitanten, disputen en huizen, om de gunst van het publiek. Oud en jong overschreeuwen in geanimeerde conversatie de omringende kakofonie. Nieuwe gezichten raken vertrouwd, generaties bestaan niet en ieder deelt in de massale feestvreugde onbekommerd ziel en zaligheid. In de volte verdwenen vrienden worden allengs teruggevonden.

De oudste aanwezigen (van wie de leeftijd inmiddels is gedaald tot voornamelijk onder de tachtig) hebben het terrasje voor de oesterbar gekaapt waardoor zich af en toe een ware stoelendans afspeelt om de schaarse zitplaatsen rond een zeer beperkt aantal tafeltjes (volgende keer graag wat meer!). Met een zekere joligheid worden er anekdotes uitgewisseld, herinneringen opgehaald, heden, verleden, toekomst besproken en wederwaardigheden van (klein)kinderen doorgenomen.

Ineens komt er reuring in de tent: het optreden van de vaste lustrumgast Lee Towers wordt aangekondigd. Honderden mensen spoeden zich naar de ‘main stage’ om (soms alleen maar een glimp van) Lee te bewonderen die inmiddels minder goed ter been is, maar nog steeds een stem als een scheepshoorn heeft. Met het gemak van een wereldster dirigeert hij behendig een menigte waar iedere festivalorganisator jaloers op zou zijn. Achter de ijzeren hekken swingen de fans, van jong tot ouder dan Lee zelf, de pan uit! Sinds zijn eerste optreden bij de RVSV, toen hij nog op de kraan zat, is geen lustrum geslaagd zonder de Rotterdamse grootheid die zichtbaar geroerd is door de trouwe klandizie van RSC-RVSV.

Inmiddels loopt de goed bemande EHBO vol met gasten die, meestal met onstevige tred,  schade hebben opgelopen in het gedrang. Dj’s beginnen de ether te domineren. De oudjes die hun diner hebben laten schieten om Lee Towers niet te missen pakken nog even een hamburgertje met een biertje alvorens koers te zetten naar de taxi’s en bussen die hen, langs een sprookjesachtige haven bij zonsondergang, weg van het droomfestijn, naar de bewoonde wereld zullen rijden.

Vanuit de bus zwaaien ze nog eenmaal naar elkaar: bij leven en welzijn, tot over vijf jaar!

                                              -o-


COLUMN: Foebal
22jun

COLUMN: Foebal

Foebal Door Norman Schreiner (1962) Strijden om de bal. Daar gaat het om in deze periode. Wie gaat wie het Europese kampioenschap...

In memoriam: Barend Abeln (1958)
25mei

In memoriam: Barend Abeln (1958)

Door Jaap Wertheim (1958) Barend Abeln, geboren in Batavia is na de Jappenkampen met zijn ouders en   broers teruggekeerd naar...

Reacties

Log in om de reacties te lezen en te plaatsen