Markante Verhalen

Interview met Annelien Bredenoord, Rector Magnificus Erasmus Universiteit

door Willem-Frederik Metzelaar (1987)

Vereniging Walhalla werkt vanuit de kernwaarden: verbinden, kennis delen en teruggeven.
Het lidmaatschap heeft voor de meesten van ons een positieve toegevoegde waarde gehad. En sommige oud-leden geven iets terug aan de oud-ledengemeenschap.

Ik interviewde prof. dr. Annelien Bredenoord. Zij is geen oud-lid van het RSC/RVSV. Maar sinds 1 oktober 2021 de nieuwe Rector Magnificus van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
 
Professor Bredenoord, de oud-leden van het RSC/RVSV willen graag kennismaken met u. Niet iedereen heeft uw indrukwekkende cv gezien en carrière gevolgd. Kunt u iets over uzelf vertellen?
Ja hoor, dat is goed. Maar eerst wil ik iets zeggen over de studentenvereniging en wat er in Delft gebeurd is.
 
Inderdaad een onvermijdelijk onderwerp. Zoals ik u eerder schreef in voorbereiding van dit interview hebben heel veel oud leden geschokt gereageerd.
Ik zie de nut en noodzaak van studentenverenigingen in.  Studentenverenigingen spelen een belangrijke rol in het studentenleven en kunnen een positieve maatschappelijke en individuele impact hebben. Ik ben tenslotte zelf ook lid geweest van de Leidse Studenten Vereniging ‘Minerva’. Het kan niet zo zijn dat onder het mom van tradities dergelijke acties op touw worden gezet. Wij hebben besloten het Corps uit te sluiten van de academische tradities voor de duur van één jaar.
De president van de Senaat belde mij meteen na het incident. Wij hebben nadien gesprekken gevoerd met elkaar. Er is nu een veranderplan waar het bestuur van de studentenvereniging en de leden hun schouders onder zullen moeten zetten.
 
Laten wij inderdaad hopen dat het dit keer het juiste effect heeft. Terug naar u.
Ik ben hier gekomen om aan een breder plan te werken. Maar dit hoort er dan, helaas, wel bij. Ik ben in Leiden Theologie gaan studeren. Dat wilde ik als scholier al. En inderdaad lid geworden van een studentenvereniging, het Corps. Dat gaf mij als 18-jarige student structuur: mijn huis, jaarclub, de vaste sociëteitsavonden, terugkerende evenementen. Zo kan een studentenvereniging ook van waarde zijn. Je maakt vrienden voor het leven.
De beslissingen die ik maak zijn op gevoel. Hoe dat als scholier was, weet ik niet meer precies maar Theologie stond vast. Ethiek is daarin de leidraad geworden. Ik werd politiek actief voor D66. Medische ethiek werd het kader waarbinnen ik mijn promotieonderzoek deed. De ethiek van nieuwe technologie. Heel actueel en belangrijker dan ooit.
 
U lijkt mij meer een persoon die goed met mensen interacteert dan een puur op onderzoek gerichte academicus.
Daar heb je gelijk in. Ik vond de periode dat ik werkte aan mijn promotieonderzoek eigenlijk saai. Ik heb mensen nodig om mij heen, interactie. In mijn werk merk ik wel dat ik behoefte heb aan contemplatie. Die rust om te overdenken is belangrijk voor mij. Dat heb ik uit de periode van mijn promotie wel meegenomen.
 
U heeft zich ontwikkeld als wetenschapper en bestuurder.
Zeker, ik verkeer al 20 jaar in de academische wereld. Ik heb als hoogleraar gewerkt en in die zin als wetenschapper. Meerdere commissies bij de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen. Lid van de Eerste Kamer. Daar heb ik mijn bestuurlijke vaardigheden kunnen ontwikkelen en verbeteren. Maar deze rol is voor nieuw voor mij.
 
U zei in een interview dat u in deze functie buiten uw ‘comfortzone’ treedt. Nu u ongeveer 100 dagen verder bent, heeft u het gevoel dat u buiten uw ‘comfortzone’ bent?
Dat heb ik inderdaad gezegd. En het is ook zo. Ik wil bij iets nieuws het gevoel hebben dat het echt iets nieuws is. In die zin klopt het wat ik toen zei. Maar echt ver buiten die ‘comfortzone’ zou ik niet willen zeggen. Ongemakkelijk voelt het niet. Eerder andersom. Nu kan ik mij toeleggen op de vraag ‘waartoe dient de universiteit’.
 
U bent met uw vrouw en zoon naar Rotterdam verhuisd. Heeft dat het gevoel van ‘het vertrouwde’ gesterkt?
Ik heb lang in Utrecht gewoond, ook in Amsterdam en andere plekken in het buitenland. Maar Rotterdam geeft ons inderdaad een goed gevoel. Een echte stad.  Onze zoon van 3 moest natuurlijk wennen op de nieuwe crèche; andere kinderen andere omgeving. Dat enorme schip, de ss Rotterdam, is en blijft heel fascinerend voor hem. Maar hij gaat goed. Mijn vrouw wilde wel in Rotterdam of New York wonen.

Rotterdam vindt zichzelf het ‘New York aan de Maas’.
(lacht) Misschien dat het daarom zo goed voelt! Het is prachtig om van huis naar de universiteit te fietsen, langs de Maas. Geen enkele stad in Nederland heeft dat. Helaas hebben wij de stad nog nooit gezien zonder de sluier van de pandemie eroverheen. Er was één moment dat wij de Witte de Withstraat helemaal vol hebben gezien en van de cultuur hebben kunnen genieten. Het zou mooi zijn als dat weer terugkomt.
 
Over uitdagingen gesproken, waar ziet u de grootste uitdagingen voor de Erasmus Universiteit?
De Erasmus Universiteit wil kennisleverancier zijn voor de grote maatschappelijke vraagstukken: klimaat, energie, armoede, steden, democratie, participatie. Wij streven naar ‘open science’, dat is interdisciplinair onderwijs. De traditionele schotten weg tussen de faculteiten. Samenwerking ook tussen verschillende universiteiten, de kennisinstellingen in Zuid-Holland; ons eigen Erasmus MC en ‘Woudestein’, de TU/Delft en Universiteit Leiden. Wij hebben een typisch alfa- en gammaprofiel. Samen met bèta van Delft en Leiden - vergeet niet hun sterke biomedische, natuurkunde en scheikunde faculteiten - versterkt het elkaar. Zo leiden wij de nieuwe generaties op. Samenwerken op thema’s, het vormen van kenniscoalities en interdisciplinair. Wij zijn divers in veel opzichten, ook door alle verschillende nationaliteiten en religies.
Ik zie de universiteit als een plek waarnaar je terugkomt om inhoud te geven aan wat je in het Engels ‘life long learning’ noemt.
 
Wat momenteel een uitdaging en punt van zorg vormt, is het geestelijk welzijn van de studenten! De impact van Corona begint sterk zichtbaar te worden. Negatief bedoel ik. 50% van onze studenten heeft sombere gedachten. Dat is ernstig. Wij hebben al voor de coronapandemie de eerste stappen gezet met een ‘student well-being'- programma. Dat was in eerste instantie om fitte Erasmiaanse wereldburgers af te leveren aan de samenleving, die niet alleen slim zijn maar ook fysiek mentaal en sociaal fit. Nu intensiveren wij dat programma. Een voordeel is dat wij vergelijkingen kunnen maken. Zichtbaar op de EUR campus is de ‘huiskamer’ die wij op de campus hebben ingericht: gewoon binnenlopen, elkaar ontmoeten, praten en er is psychologische hulp beschikbaar.
 
Twee jaar geleden was er ook een programma op het RSC/RVSV, waar Vereniging Walhalla financiële steun aan heeft gegeven. Misschien is het goed om dat opnieuw te doen.  
Zeker! Wij moeten hier heel veel aandacht aan geven, waakzaam zijn, en openstaan voor hun verhaal.
 
Aan welke eisen moeten de studenten nu en in de toekomst voldoen? 
Ze moeten nieuwsgierig zijn en als ze hier komen de beste versie van zichzelf proberen te maken. Wij werken aan diversiteit in de collegezalen, internationaal en alle religies. Dat vergt een open houding naar elkaar toe. Wij verwachten dat studenten gedisciplineerd zijn. Laat ze gerust fouten maken. Maar vooral doorgaan!
 
U voldoet zelf ook aan dat profiel! Dank u wel voor dit interview. De tijd vloog voorbij. Ik ben blij dat u de eerste vrouwelijke Rector Magnificus bent! Dat was ik helemaal vergeten te zeggen. Wij hopen dat u een succesvolle en aangename tijd zal hebben aan de EUR.  En wij hopen u nog vaak te zien en horen spreken.
 


Vincent Karremans (R.S.C. 2005)
18feb

Vincent Karremans (R.S.C. 2005)

Vincent Karremans (R.S.C. 2005) is ondernemer in de politiek. Wij komen samen in zijn werkkamer op het indrukwekkende stadhuis van...

Interview Pedellen Erasmus Universiteit
27jan

Interview Pedellen Erasmus Universiteit

Interview Pedellen Erasmus Universiteit door Willem-Frederik Metzelaar (1987) Al sinds de oprichting van de Nederlandsche...

Reacties

Log in om de reacties te lezen en te plaatsen