Hans van Koetsveld (1937) †, verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog
Hans van Koetsveld (1937) †, verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog
Door Quintus van Koetsveld (1951), met medewerking van Kees Vermeer (1966).
Hans werd op 23 november 1918 in Rotterdam geboren.Vanaf een heel jonge leeftijd werd hij grootgebracht door zijn vader en diens tweede echtgenote Wilhelmina Brouwer, samen met twee stiefbroers en –zuster, en later een jongere broer op de ‘s Gravendijkwal in Rotterdam. Na de lagere school ging hij naar de HBS-B, gevestigd aan de 's Gravendijkwal om daarna in 1937 aan de Nederlandse Economische Hoogeschool Economie te gaan studeren. De bedoeling hiervan was om accountant te worden om later het accountantskantoor van zijn vader, Johan Emilius van Koetsveld, over te nemen. Hans werd lid van het Rotterdamsch Studenten Corps en Jaarclub De Bloem. Zijn studie werd door de mobilisatie in augustus 1939 onderbroken.
21 jaar was Hans van Koetsveld toen de Duitsers Rotterdam bombardeerden. Woedend was hij en toen al kwam het bij hem op om tegen de Duitsers in verzet te komen. Tijdens de oorlog werkte hij als assistent-accountant. Van nabestaanden is bekend dat hij zich weinig uitliet over zijn verzetswerk, maar wel staat vast dat binnen de Oranje Vrijbuiters een knokploeg werd gevormd, die door hem samen met Tom Spoelstra, geleid werd. Deze knokploeg pleegde aanslagen op landverraders, NSB’ers en ze overvielen distributiekantoren om onderduikers te voorzien van voedselbonnen en persoonsbewijzen. Daarnaast verrichtten ze ook spionageactiviteiten.
Bekend is dat de Oranje Vrijbuiters wekelijks in Utrecht op de Nieuwegracht 151 bijeen kwamen. Dat hij zich bewust was van het gevaar dat hij liep, blijkt wel uit het feit dat hij in februari 1943 een volmacht had getekend, hetgeen zijn ouders het recht gaf om alles namens hem te behandelen. Eind 1943 kreeg zijn familie bericht dat hij was opgepakt en in de gevangenis van Scheveningen (het Oranjehotel) zat.
Toen Hans op 25 augustus 1943 probeerde geld te brengen naar de moeder van de al gevangen genomen Tom Spoelstra, om te proberen Tom vrij te kopen, werd hij gevangen genomen in Tuindorp in Noord-Utrecht. De volgende dag werd hij naar Scheveningen overgebracht. We denken dat hij de schuilnaam ‘de Koning’ gebruikte.
Hij mocht slechts twee brieven schrijven op 13 november 1943 en 14 januari 1944. In de tweede brief maakt hij duidelijk dat onze moeder Wilhelmina Brouwer hem op 10 januari 1944 bezocht heeft. Zijn ouders hebben acht brieven aan hem mogen schrijven. Hij kreeg ook een paar pasfoto’s en verschillende voedsel- en kledingpakketten.
Hans van Koetsveld zat alleen in cel 487 tot 11 november (Einzelhaft), waarna hij gezelschap kreeg van de Oranje Vrijbuiter Jacques Martens. In januari 1944 werd hij ernstig ziek. Het bleek dat hij roodvonk had (waarvan op p.300 ook melding wordt gemaakt in het Gedenkboek van het Oranjehotel) en heeft een tijd in een ziekenauto op de binnenplaats van de gevangenis van Scheveningen gelegen, om daarna ‘aan te sterken’ om veroordeeld te kunnen worden. Op het laatst zat hij in cel 520. Dat staat op de lijst van zijn persoonlijke bezittingen die zijn ouders uiteindelijk ontvingen.
Ook Hans van Koetsveld werd op 28 februari 1944 ter dood veroordeeld en de volgende ochtend, op 29 februari, met zeventien van zijn kameraden op de Waalsdorpervlakte gefusilleerd. Zijn overlijden is vastgelegd in een overlijdensakte, opgemaakt in 's Gravenhage. Net als verwanten van de andere gefusilleerden, moest ook zijn familie zijn executie in de krant lezen. In maart 1944 werd zijn geld op de bank in beslag genomen. Tussen juni 1951 en oktober 1952 is 72 % daarvan vergoed aan zijn vader door de Vermögensverwaltungs- und Renten-Anstalt.
Door het werk van Bertus Hey en Frits Meulenkamp werden ze op 1 maart 1946 tezamen herbegraven op de 3e Algemene Begraafplaats Tolsteeg in Utrecht. De vader van Hans van Koetsveld, de heer J. Verhage (vader van de Oranje Vrijbuiter Pieter) en de architect A.N. van Donkelaar hebben zich veel inspanningen getroost om in een monument voor altijd eer te betuigen aan de achttien gefusilleerde Oranje Vrijbuiters. In aanwezigheid van nabestaanden en hoogwaardigheidbekleders vond de onthulling van het monument plaats op 10 mei 1947, waarbij een kranslegging werd verricht door Quintus van Koetsveld. Ik was jongere broer van Hans, later bij het Rotterdamsch Studenten Corps aangekomen in 1951 en werd lid van de Jaarclub Kanariphant.
Ik was de eerste die in 2000 de gemeente Utrecht wees op de slechte staat waarin het monument verkeerde. Op 10 mei 2007, precies zestig jaar na de onthulling van het monument in 1947, verrichtte ik de heronthulling.
Hans wordt in zijn HBS herdacht met een gedenksteen voor 24 oud-leerlingen en een leraar. Deze werd onthuld op 4 mei 1949. Nu is dat in de aula van de Wolfert van Borselenschool aan de Bentincklaan te Rotterdam. Het bijbehorende gedenkboek wordt bewaard in het Rotterdams Archief. De gedenksteen in de Nederlandsche Economische Hoogeschool voor 52 studenten, onthuld op 20 september 1948 zonder individuele naamvermelding, hangt thans in de C-hal van de Erasmus Universiteit.
In 1992 hebben zijn zuster en ik een boom voor hem laten planten in het 'Bos der Onverzettelijken' in Almere waar net zo veel bomen (2.133) geplant zijn als gefusilleerde verzetsmensen. In april 2006 is in de wijk Vrijheidsakker in Barendrecht een straat naar hem genoemd, de Van Koetsveld-akker.
Reacties
Log in om de reacties te lezen en te plaatsen