Markante Verhalen

De beginjaren van de Beating Bats. de cricketvereniging van het RSC

Cricket in de Mensa

Uit de Oude Doos...

 

door Sjoerd Keilholz (1969)


Wie niet beter weet zou wellicht vermoeden dat de geschiedenis van de Beating Bats verder teruggaat dan het meer dan honderdjarig bestaan van het RSC. Elke respectabele cricketclub heeft die honderdjarengrens inmiddels immers ruimschoots overschreden en onder de respectabele cricketclubs heeft de Beating Bats vanaf haar oprichting een vooraanstaande plaats ingenomen. Die oprichting vond in werkelijkheid plaats op 7 november 1966 en het zal niemand verbazen dat ons op 14 oktober 2021 overleden erelid Philip van Dok (1958) daarin een beslissende hand heeft gehad.

Nooit verloren
Een ieder kan begrijpen dat de Beating Bats ten tijde van hun oprichting nog nimmer een wedstrijd hadden verloren. Dat de Beating Bats dit ongeslagen record nog decennialang moeiteloos zouden weten te handhaven vereist wellicht iets meer uitleg. Het is stellig zo dat de Beating Bats in die tijd een aantal zeer gerenommeerde Nederlands XI spelers in hun gelederen hadden. Namen als Dick Kramer (1962), Jeroen Zweerts (1967) en Peter van Wel (1968) schieten dadelijk te binnen. Maar iedereen weet dat zelfs de beste batsmen wel eens een steekje laten vallen. Daar kan het dus niet uitsluitend aan hebben gelegen. Beschikten de Beating Bats dan over een dubbelzijdige munt die hen in staat stelden elke toss te winnen? Of speelden zij uitsluitend onder leiding van "eigen" umpires? Geenszins. Alleen al de gedachte aan welke vorm van vals spel dan ook staat haaks op de sportiviteit die zo kenmerkend was voor de leden van de Beating Bats in de zestiger en zeventiger jaren. Het geheim lag simpelweg in het feit dat de Rotterdamse student al vroeg in zijn carrière was geleerd de crisis te zien aankomen. Strategisch inzicht derhalve. Dat tactisch inzicht bracht in de eerste plaats met zich dat de Beating Bats zich nooit aan een veld hebben gewaagd.

Cricket in de mensa
De home ground was de mensa en een cricketwedstrijd kon pas beginnen als de knorren, na het naar binnen schrokken van hun mensahap, was uitgelegd dat het gebruikelijk was dat zij, in ruil voor weer zo'n feestelijke maaltijd, het personeel even behulpzaam waren met het aan de kant zetten van de tafels en de stoelen - en dat zij er vervolgens het beste aan deden om maar weer zo snel mogelijk aan de studie te gaan. Dan werden snel de wickets geïnstalleerd - klapwickets waren nog niet uitgevonden, maar daar bestond een voor de hand liggende oplossing voor - en kon er worden getosst. Het moest wel heel gek lopen als de Beating Bats - eerst battend - met hun power side niet tot een totaal kwamen dat door de tegenpartij al bij voorbaat als onhaalbaar werd beoordeeld - en niet ook reeds spoedig bleek hoezeer ze het daarbij bij het rechte eind hadden.

De dociele kok
Een heel enkele keer gebeurde het echter dat ook de tegenpartij over enige batsmen beschikte, wier techniek hen in staat stelde zich razend snel aan de bijzondere eigenschappen van de mensa pitch aan te passen. Een doodenkele keer werd het zelfs spannend. En als het heel spannend werd, te spannend om er blindelings op te vertrouwen dat het totaal van de Beating Bats niet zou worden overschreden - dan begreep de kok dat hij er goed aan deed de heren eraan te herinneren dat zijn tijd om naar huis te keren nu echt wel was aangebroken.... en of de heren het hem niet al te euvel zouden willen duiden. Uiteraard was er geen kok, die prijs stelde op voortzetting van zijn arbeidsovereenkomst, die het in zijn hoofd haalde om voor zijn vertrek, geheel volgens voorschrift, niet netjes alle lichten uit te draaien. Onder zulke ongelukkige omstandigheden restten de Beating Bats weinig andere mogelijkheid dan te appeleren tegen bad light. Een dergelijk appèl is in de lange geschiedenis van de Beating Bats nimmer afgewezen.

 

Op de foto hieronder:

The Beating Bats in 2010
Voorste rij v.l.n.r.: Michiel Muller (1982), Fred van Erp Taalman Kip (1949), Tjeerd Pieter Anema (1986), Jelger Gustafsson (1989), Philip van Dok (1958) en Jacco Visser (1985)..
Achterste rij v.l.n.r.: Pieter Schoon (2008), Kevin Klaris (2007), Wouter Bender (2008), Dancker Bijleveld (2008), Florian Faasen (2008), Floris Berkhout (1985), Christiaan Wagenaar (1990), David Fockema Andreae (1996), Daniël Veenman (1990), Jurgen Delfos (1985) en Adriaan Bouman (2008).

Philip van Dok (1958) (†), de peetvader van de Beating Bats


Een aardige zoektocht
20apr

Een aardige zoektocht

Een aardige zoektocht: de legende van de herkomst van de naam ‘Tykoz’ op de spijskaart van De Pijp Door Maxime Kaplan (1972) en Jan de...

Hoe kozen wij onze Sociëteitsnaam in de loop der tijden?
22mrt

Hoe kozen wij onze Sociëteitsnaam in de loop der tijden?

Door Maxime Kaplan (1972)   Onze Rotterdamsche Studenten Sociëteit heeft in alle jaren vanaf het begin diverse namen gehad, waarvan...

Reacties

Log in om de reacties te lezen en te plaatsen