Markante Verhalen

COLUMN: Bonne bonne bonne

Bonne-Bonne-Bonne

                                  
Door Norman Schreiner (1962)


Het heerlijk avondje komt er weer aan. Sinterklaasliedjes zijn alom te beluisteren om popelend de komst van de bejaarde kindervriend met passende zang te begroeten.

Het zijn oude traditionele hymnes, vol complimenteuze teksten. Maar eerlijk gezegd moet ik bekennen dat de betekenis van sommige toevoegingen achter “Sinterklaas” mij ontgaat. Ik doel dan op “Sinterklaas Kapoentje” en “Sinterklaasje Bonne-Bonne-Bonne”. Hebben we te maken met een achternaam? Lijkt van niet, want ‘Kapoentje’ blijkt geen achternaam uit het Iberisch schiereiland te zijn. En ‘Bonne-Bonne-Bonne’? Is dat misschien vleierij, vanwege zijn goedgeefsheid?

Ik ben gaan zoeken. Allereerst “Kapoentje”. Het Genootschap Onze Taal duidt ons op twee betekenissen. ‘Kapoen’ blijkt de benaming van een vet te mesten haan die na een klinische ingreep is ontdaan van zijn vermogen tot voortplanting. In hoeverre de celibataire levenswandel van de goedheiligman hiermee te maken zou hebben, lijkt niet waarschijnlijk. Daarnaast is ‘kapoen’ al eeuwenlang een scheldwoord, in de betekenis van: 'vreemde gast', 'schurk', 'bandiet'. Maar in Vlaanderen blijkt men tegenwoordig de verkleinvorm 'kapoentje' vooral te bezigen als vertrouwde aanduiding voor ongehoorzame kinderen, in de betekenis van 'deugniet'. Een zekere Klaas Kapoen verscheen in de 19e eeuw vaak in spotprenten. Het gaat echter wel erg ver om de Sint te bestempelen als deugniet.

Er zijn ook nog andere visies. De ene is dat een passend rijmwoord op het begerige volgzinnetje “gooi wat in mijn schoentje” moest worden bedacht. Een andere visie zou zijn dat met het woord 'kapoentje' de scharlaken tabberd van de heilige wordt aangeduid. Kloppen deze visies? We weten het gewoon niet. 

Maar nu de vraag: vanwaar de drievoudige toevoeging van "Bonne-Bonne-Bonne"? Ruggespraak met een Franse drinkebroer leert mij dat deze is ontleend aan de slogan ‘Du bon, du bon, Dubonnet' en hij schrijft hierbij enthousiast: "Il est bon et aime du bon Dubonnet". Dat zou best kunnen, want de heilige staat nu bepaald niet bekend als principiële geheelonthouder. Echter, op vrouwblog.nl lezen wij dat de oudste variant van het liedje waarschijnlijk stamt uit eind 19e eeuw. Het woord 'bonne' (= goed) is toen hoogstwaarschijnlijk overgenomen uit de Franse taal. Het driewerf ‘Bonne’ zou kunnen worden uitgelegd als 'heel erg goed' ofwel ‘hartstikke goed’. Het Franse 'bonne' heeft overigens ook de betekenis van 'dienstmeisje', maar het lijkt onwaarschijnlijk dat de goedheiligman vrouwelijk huispersoneel het hof maakt. Ook hier: we weten het gewoon niet.

Dus laten we het maar zo houden. We vragen het de goedheiligman zelf nog wel eens.


"De Keien"- Het boek over het Rotterdams studentenverzet tijdens WO II is verschenen
24nov

"De Keien"- Het boek over het Rotterdams studentenverzet tijdens WO II is verschenen

In “De Keien” komt de werkelijkheid aan het woord Door Nicoline Maters-Maarschalk Meijer (1970) Op 3 november was het feest. De...

Wangedrag
28okt

Wangedrag

Bijschrift Donderdagavond ben ik drie keer indirect getuige van uitingen van extreme intimidatie die me – waarschijnlijk omdat ze op...

Reacties

Log in om de reacties te lezen en te plaatsen