Markante Verhalen

1913-1982 Van Walhallalied naar Hermes House Band

Eerste grammogoonplaatje Drs.P

 

De prille jaren van onze corporale muziekbeleving

Door Norman Schreiner (1962)

Het Rotterdamsch Studenten Corps kent een rijke traditie van muzikanten, componisten en tekstschrijvers. Eigenlijk al vanaf de oprichting in 1913.

Frits Vredenrijk Engelenburg (1913), de eerste officiële President van de toenmalige Rotterdamsche Studenten Sociëteit Walhalla, componeert en schrijft in 1914 het Walhallalied, het officiële Sociëteitslied.

In de twintiger jaren bedenken componist Coert Bokma (1921) en tekstschrijver Hajo Hajonides van der Meulen (1921).Het Corpslied (de officiële hymne aangeheven na een toespraak van Mijnheer de Rector).

Vrijwel altijd bevindt zich in de sociëteit een piano. Daarop kunnen vele sociëteitspianeurs hun kunsten botvieren, veelal ondersteund door spontaan aangeheven zang van  aanwezige sociëteitsgangers. Tijdens vele avonden en nachten kan de late voorbijganger vanuit het gebouw uit de kelen der Corpsleden een keur van bonte zaalliederen beluisteren.

Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog is Heinz Polzer (1939) - de latere drs. P - de grote muzikale en letterkundige animator. Het uitbrengen van grammofoonplaatjes begint eind vijftiger jaren. Ter gelegenheid van het 9e RSC-Lustrum in 1958 brengt hij voor het RSC het 45-toerengrammofoonplaatje uit waarop een zestal van zijn toenmalige liederen, onder de naam: Heinz Polzer zingt uit het Zangboekje voor Bijzienden (door een kindervriend).

Dan vindt eind 1963 de viering van het Tiende Lustrum van het RSC plaats. Het fraaie lustrumlied Op het Xe Lustrum lustrum van ’t RSC [Anton van Rossum(1962) / Henk Jongsma (1958)] wordt gelanceerd en aanvankelijk vele malen gezongen. Helaas komt het er niet van een grammofoonplaatje te produceren. Echter, om volstrekt onbekende reden wordt dit lustrumlied gaandeweg verdrongen door andere berijming van de toenmalige lustrumsecretaris op een andere wijs, namelijk die van de toenmalige radiotophit ‘Cimeroni’ van de zangeres Anneke Grönloh: Gaan we samen lustrumvieren. Maritientje, Maritientje.

Ter gelegenheid van dit lustrum vindt tevens de oprichting van het Rotterdamsch Studenten Cabaret plaats, bestaande uit enthousiaste RSC’ers en RVSV’sters. Dat leidt wel tot de productie van een 45-toerenplaatje getiteld Café Chantant met zes van hun populaire cabaretliederen, waarbij de groep het vermaarde Café Chantant-lied van Heinz Polzer (alias Drs.P) vertolkt. De cabaretgroep treedt tijdens het Xe Lustrum verschillende malen (ook extern) op en blijft daarna met nieuw toegetreden leden nog jaren in stand. Met als uiteindelijk sluitsluk Het Rotterdams Reünisten Cabaret tijdens het 14e Lustrum in 1984.

Eind zestiger jaren start de traditie om de lustrumliederen voortaan op grammofoonplaatje of cd te produceren. Daartoe formeert zich onder de RSC'ers steeds een een gelegenheidsensemble van leden die het bespelen van een muziekinstrument beheersen. Voor het eerst gebeurt dit tijdens het 11e Lustrum in 1969. De 16-koppige gelegenheidsband De Vurrasmuzen - een verbastering van 'Erasmus' - zet het lustrumlied Lustrum à gogo [Norman Schreiner (1962) / Roderik Felix (1967)] op een 45-toerenplaatje. Op zaterdagavond 28 juni 1969 treden de Vurrasmuzen met dit nummer op in het populaire TROS-tv-programma Jam. De corporale muzikanten krijgen de smaak te pakken. Want tijdens het 12e Lustrum in 1974 leidt dit tot de productie van het 45-toerenplaatje Pardoes [Hajé Nordbeck (1967),Norman Schreiner (1962) / Roderik Felix (1967)] door een ensemble met de naam Pardoes Selectie. Voor het eerst zingen RVSV'sters in achtergrondkoortjes. En tijdens het 13e Lustrum in 1979 verschijnt het 45-toerenplaatje Volfête, ja feesten maar [Jan Anthonie Bruijn (1977) / Joost Steins Bisschop (1973), Ralph van Hessen (1970)] door een muzikaal ensemble dat zich naar onze waarneming toen 'Hermes House Band' noemde. In 1984 volgt het plaatje Virus XIV [Jan Anthonie Bruijn (1977) / Frits Kersten (1979), Willem Kervers (1975)], ook wederom door de toenmalige 'Hermes House Band' uitgevoerd tijdens hert 14e Lustrum.

De formering van hechte muzikale gelegenheidsgroepen die steeds voor dit doel worden samengesteld, leidt echter nog niet tot samensmeding van een permanente RSC-huisband. De reden is dat vele muzikale leden al jarenlang deel uitmaken van actieve eigen bands of orkestjes die zijn ontstaan in hun middelbareschooltijd. Daaraan willen zij - begrijpelijkerwijs - trouw blijven. Maar daar komt echter verandering in.

Begin tachtiger jaren profileert de Hermes House Band zich aanvankelijk als een zogeheten ‘gezelschap' dat op jolige avonden instrumenten naar de Zaal der Zalen meetorst en jam sessions organiseert. De toenmalige muzikale leden besluiten dat de band professioneler kan worden. Dat betekent intensief repeteren, repeteren en nog eens repeteren. Daarvoor blijkt Bikini op dinsdagavonden bijzonder geschikt als oefenruimte. Zij besluiten de band uit te breiden met zangeressen en een blazerssectie. Het optreden tijdens de Eurekaweek in 1984 is een van de eerste hoogtepunten waar de permanente Hermes House Band zich in volle glorie en ornaat manifesteert. De meest populaire studentenband beleeft zijn grootse lancering.

 

                                                                                                                                           -o-

 

Het Walhallalied 1914

1923 - Hajo Hajonides (1921) en Coert Bokma (1921) componeren Het Corpslied

1979- Lustrumlied Lustrum à gogo op 45-toerenplaatje, tijdens 11e Lustrum RSC

1964 - Lustrumlied Pardoes op 45-toerenplaatje, tijdes n 12e Lustrum RSC

1979- Lustrumlied Volfete ja feesten maar op 45-toerenplaatje tijdens 12e Lustrum RSC

1982: Jam sessions ter Sociëteit van de zich gaandeweg vormende Hermes House Band


COLUMN - Beste Wensen
04jan

COLUMN - Beste Wensen

COLUMN: “Beste wensen” Door Norman Schreiner (1962) Ja, sinds een paar dagen hoort u deze nieuwsjaarsbegroeting weer vaak om u heen....

"De Keien"- Het boek over het Rotterdams studentenverzet tijdens WO II is verschenen
24nov

"De Keien"- Het boek over het Rotterdams studentenverzet tijdens WO II is verschenen

In “De Keien” komt de werkelijkheid aan het woord Door Nicoline Maters-Maarschalk Meijer (1970) Op 3 november was het feest. De...

Reacties

Log in om de reacties te lezen en te plaatsen