Interview met Simon van Teutem (2016)

Foto: archief Simon van Teutem (2016)
Interview Simon van Teutem (2016)
Door Willem-Frederik Metzelaar (1987)
Voorafgaand aan het Heerendiner in Londen afgelopen november zat er opeens een student aan onze lunchtafel op ‘The Travelers’. De club die traditioneel de medewerkers van de ‘MI’ diensten en diplomaten van het Verenigd Koninkrijk als leden heeft. En eenmaal per jaar een paar oud-leden van het RSC/RVSV op bezoek heeft voor de traditionele lunch. Als voorbereiding op het Heerendiner op de ‘The Reformclub’, een deur verder op de Pall Mall.
Het blijkt Simon van Teutem (2016) te zijn. Student in Oxford. Hij blijkt voor de Correspondent te schrijven en voor het NRC, samen met Bas Heijne, podcast te maken. Het wordt een leuk gesprek, de inleiding van een verder interview een paar weken later. Want wat studeert hij, waarom doet hij dat in Oxford, en nu al stukken schrijven en podcasts maken voor serieuze kranten?
Wij spreken af om enige weken later, na de roeitraining op vrijdagavond, digitaal met elkaar te praten. Simon roeit daar op de Isis, een zijtak van de Theems die door Oxford stroomt. Tijdens het interview blijkt studeren in Oxford inderdaad zo ‘typisch Brits’ te zijn als ik gedacht had. Maar eerst start hij in Rotterdam en is daar lid van het RSC/RVSV.
In 2016 komt Simon aan op de Erasmus Universiteit en wordt lid van het RSC. Helemaal voor de hand lijkt dat niet te liggen. Pas in de loop van de Eurekaweek besluit hij er wel voor te gaan. Zijn vrienden uit Zeist zijn ook lid of willen lid worden. Met de jaarclubvorming en het vinden van een huis blijkt het soepel te gaan. De eerste groeperingssamenstelling blijkt tot grote verbazing van de huisgenoten uit Huize Wodan, waar Simon dan al is ingestemd, meteen raak en niet uit elkaar te vallen. Zoals dat toch vaak gaat. Jaarclub Larry (2016) is volgens Simon nog steeds een fijne en goede club. Gelukkig maar, want ze moeten nog een leven lang met elkaar door.
Simon start, nog in Rotterdam, aan zijn studies Econometrie en Economie. Wat een pittige combinatie blijkt te zijn. Maar hij haalt keurig zijn ‘P’.
Dan komt in het gesprek opeens naar voren waarom Simon in Oxford studeert. Hij had tijdens zijn middelbareschooltijd ontdekt dat hij omringd wil worden door slimme mensen. Dat is niet hautain bedoeld. Zijn vader werd in die periode ernstig ziek. Hij had zich eigenlijk zijn hele eerdere leven bij hetzelfde gehouden en niet zijn werkelijke ambities nagestreefd. Pas toen hij levensbedreigend ziek was geworden nam hij de stap die hij eigenlijk altijd had willen nemen. Simons vader is inmiddels bijna vijf jaar geleden overleden als dit interview uitgeschreven wordt, en heeft onder anderen aan zijn zoon meegegeven dat je het leven moet inrichten naar je kunnen én je ambities. Voor Simon is dat het gaan studeren in Oxford.
In Oxford start hij eerst aan het Merton College, officieel The House or College of Scholars of Merton in the University of Oxford, zijn bachelor Politicologie, Filosofie, Economie. Om vervolgens op het vermaarde, maar niet heel oude, St. Peters zijn masters af te ronden, om hem klaar te stomen voor een begeerd promotieonderzoek. Het is nog niet duidelijk of die plek gegarandeerd is.
Hoewel Simon geen officiële functies doet op Vereniging Walhalla, slipt hij niet door de netten van de Senaat heen. Als de Corona-pandemie ook Rotterdam in haar greep krijgt, wordt Simon gevraagd om even te bellen. Hij wordt uitgenodigd om een serie podcasts te gaan maken. Podcasts die de leden toch het gevoel moeten geven dat er zoiets als een onderling verband bestaat waarin het oud-leden netwerk onderdeel blijft uitmaken van het lidmaatschap van de studentenvereniging. Een netwerk wat verder gaat dan de zeer kleine cirkel waarin de studenten zich in die tijd bevinden. Zonder het zaalbezoek en contact met oud-leden.
Hij interviewt bekende oud- leden, waaronder Jan Antonie Bruijn (1977, medisch specialist, hoogleraar en voorzitter Eerste Kamer), Vincent Karremans (2005, wethouder en op dat moment locoburgemeester van Rotterdam) en Sander Schimmelpenninck (2003, voormalig hoofdredacteur van Quote). Om er een paar te noemen. Het komt niet helemaal uit de lucht vallen dat de Senaat Simon hiervoor benadert. Als eerstejaars was hij al begonnen ingezonden stukken naar de Volkskrant en de Correspondent te sturen. Opiniestukken die zowaar geplaatst werden. Het journalistieke talent van Simon is dan ontwaakt en is in de loop van de jaren verder uitgegroeid en beter geworden. Inmiddels is hij in contact gekomen met Bas Heijne en maken zij samen podcasts voor het NRC. Het schrijven en maken van podcasts is een bijbaantje geworden om de dure Engelse opleiding te kunnen bekostigen.
Hoe brengt Simon zijn leven door op die Colleges? Het is inderdaad wat de meesten van ons zich erbij voorstellen. Als eerstejaars op Merton College slaap je op een kleine zolderkamer in het College. Het tweede jaar wordt de kamer iets ruimer. En de derdejaars hebben een eigen woonkamer, aparte slaapkamer en badkamer. Het diner is ofwel het ‘early supper’ of het ‘formal diner’. Bij het ‘formal diner’ worden de studenten geacht hun collegemantel aan te hebben en wacht iedereen tot de academici in processie door de eetzaal gelopen zijn en aan de ‘high table’ hebben plaatsgenomen. Alle studenten staan en zijn stil. Dan valt de hamerslag en worden er enkele Latijnse spreuken gesproken. Vervolgens mag iedereen gaan zitten en kunnen de onderlinge gesprekken doorgang vinden. En dat voor zes Britse ponden! Het zijn leuke diners omdat iedereen uit de hele wereld komt en een andere achtergrond heeft. Feitelijk is vrijwel iedereen ‘buitenstaander’ en dat verbroedert. Natuurlijk is er ook vertegenwoordiging van de Britse hoge adel die ertussendoor loopt; het blijft wel Oxford!
Ook de onderlinge verhoudingen tussen de colleges zijn leuk. Zo wordt er regelmatig gedineerd op naburige colleges, waarbij de ene eetzaal nog ouder en authentieker is dan de andere. Het zal niet verbazen dat voor de bekende Harry Potterfilms sommige van deze eeuwenoude zalen als achtergrond hebben gediend.
Simon heeft het naar zijn zin. Als het goed is, wordt hij binnenkort toegelaten om de komende twee jaar zijn proefschrift te schrijven. Het onderwerp is al gekozen en de weledelzeergeleerde-in-de-dop zal ons ergens in de komende jaren laten weten wat het geworden is. Wij kijken ernaar uit!
Reacties
Log in om de reacties te lezen en te plaatsen