Nieuwsarchief

Verslag Oud-Ledenlunch in Bierhandel De Pijp d.d. 5 december 2025
Chroniqueur: Norman Schreiner (1962)
Het komt niet vaak voor dat de decemberbijeenkomst van de Oud-Ledenlunch coïncideert met de jaardag van Sinterklaas. Is dat dus - statistisch gezien - eens per zeven jaar? Omdat de week zeven dagen telt en zo’n datum ieder jaar één dag verspringt? Nee, klopt niet, want hoe zit het dan met de twee schrikkeljaren tussendoor? Dan is de verspringing twee jaar? Dat wordt een leuk wiskundig raadseltje. Aardig om het daar eens over te hebben als tijdens het kerstdiner, voor een moment als een gespreksonderwerp onverwacht stilvalt.
Op een Zuid-Hollands stationnetje, wachtend op de RET-Metro richting Rotterdam, kijkt uw chroniqueur nieuwsgierig om zich heen of de Goedheiligman zich toevallig ook op het perron bevindt. Nee, helaas. Vol verwachting klopt zijn hart: misschien komt hij de Goedheiligman in de metro tegen? Ingestapt in de metro ziet hij passagiers in gebogen houding, voortdurend saai en lodderig turend op hun allerbelangrijkste hebbeding, de onmisbare smartphone. Maar helaas, géén Sinterklaas. Dan even later in het drukke metrostation Beurs waar koopzuchtige Rotterdammers elkaar vlijtig kruisen. Helaas, géén Sinterklaas. Lopend op de Nieuwe Binnenweg? Helaas, géén Sinterklaas. In de Gaffelstraat? Helaas, géén Sinterklaas. Het gemis van de Goedheiligman lijkt zich bij uw chroniqueur mentaal op te proppen. Het bezorgt hem vervolgens een fikse hallucinatie en wel zodanig dat hij bij betreding van Bierhandel De Pijp achter de kloostertafels een aantal Sinter- en Hulpklazen meent te ontwaren.
Het blijkt echter een hersenschim te zijn, gezichtsbedrog, want plots beseft uw chroniqueur dat zich aan de rechter kloostertafel zes oud-leden hebben genesteld die hem uit de wereld der fantasie weten te verlossen en hem terugbrengen naar de realiteit van de dag. Het zijn Marcel Nouel (1962), Ferry Korver (1964), Frans Rijnberg (1964), Maxime Kaplan (1972), Erik Hoogma (1977) en Rolf Leenhouts (1980). Maxime weet uw chroniqueur te verrassen door het overhandigen van een zijden officiersdas der Schutterij, naar aanleiding van diens benoeming onlangs tot Honorair Meesterschutter. Uw chroniqueur voelt zich vereerd en meteen de best gedaste persoon in Bierhandel De Pijp.
En wat hebben deze zes heeren vervolgens aan die kloostertafel allemaal te bespreken? Ferry Korver (1964) rapporteert dat hij het tot dan toe nergens over heeft gehad, behalve de duiding van een volgens zijn smaakpapillen beste restaurant van Wassenaar. Marcel Nouel (1962) en Frans Rijnberg (1964) hebben het over winning van olie en hoe het op diverse vindplaatsen in de wereld staat met de dikte en de levensduur. Erik Hoogma (1977), Rolf Leenhouts (1980) en Maxime Kaplan (1972) hebben het over de tijd dat vele Nederlandse jongemannen hun militaire dienstplicht vervulden. Een belangrijke rite de passage tijdens hun adolescentie. Had je de middelbare school soepel zonder struikelen doorlopen, dan kreeg je doorgaans uitstel van dienstplichtvervulling tot na je afstuderen. Had je de school met enige grondigheid weten te doorlopen, dan werd je terstond reeds na je eindexamen opgeroepen. Met het gevolg dat in die tijd een eerste Corpsjaar bestond uit 18 jarigen enerzijds en 21 jarigen anderzijds.
De zes heeren aan de kloostertafel bedienen zich zoals gebruikelijk van de Nederlandse taal. Maar plots blijkt de taalknop te zijn omgezet. Er klinken Spaanse volzinnen. Geen wonder, dat moet een hommage zijn aan Sinterklaas. Wij vergeten immers nog weleens dat de Goedheiligman de Spaanse nationaliteit heeft, op dit Iberisch schiereiland domicilieert en hier in Nederland als expatriant jaarlijks slechts korte tijd verblijft om onze jeugd te verrassen met speel-, snoep- en andere nuttige goederen. Het zijn vooral Marcel Nouel (1962) en Rolf Leenhouts (1980) die zich in de Spaanse taal rap weten te uiten. Zij doen bovendien nadere analyses van enigszins verwante talen zoals Castiliaans, Catalaans en Portugees. Maar ook van de uiteenlopende Spaanse tongvallen. Zo weet een Spaans sprekende burger met geoefend oren als die van Marcel en van Rolf vaak vast te stellen waar zich de Zuid- of Midden-Amerikaanse of Caraïbische roots van een gespreksgenoot bevinden. Dat onze gevierde nestor Jorge Labadie Solano (1957) - vandaag helaas niet aanwezig - doctorandus in de Spaanse letteren, hierbij eveneens kan helpen, spreekt vanzelf.
Uw chroniqueur verlaat omstreeks kwart over twee de Bierhandel en gaat buiten weer eens kijken of hij Sinterklaas toch ergens – zomaar in het wild – kan ontwaren. Jammer. Niet in de Gaffelstraat, niet op de Nieuwe Binnenweg, niet in metrostation Beurs, niet in de metro, niet na uitstappen bij het Zuid-Hollandse metrostationnetje. Het is niet gelukt. Dan maar even wachten tot Pakjesavond. Of de Goedheiligman zich aldaar meldt. Hoor wie klopt daar, kinderen? Zo zachtjes aan het raam? Of is het een vreemdeling zeker, die verdwaald is zeker? Wie weet, maar het komt allemaal best weer goed.
Reacties
Log in om de reacties te lezen en te plaatsen